- de vervanging van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA);
- beperking van de 30%-regeling;
- verruiming onbelaste vrijwilligersvergoeding;
- beperking heffingskorting voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen; en
- vereenvoudiging van de regeling voor de (lease)fiets van de zaak.
Deze wijzigingen komen hieronder summier aan de orde.
Vervanging van de Wet DBA
Er is veel ontevredenheid over de Wet DBA, zodat het kabinet overweegt deze wet te vervangen door een andere nieuwe wet. Deze nieuwe wet moet de inhuurder van echte zelfstandigen zekerheid bieden dat geen sprake is van een dienstbetrekking. Aan de andere kant moet de nieuwe wet schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen. Onder de nieuwe wet zal de fiscus zzp’ers altijd als werknemers aanmerken als zij een laag tarief hanteren en:
- een overeenkomst voor drie maanden of langer zijn aangegaan; of
- reguliere bedrijfsactiviteiten verrichten.
Zzp’ers die een hoog tarief hanteren en:
- een overeenkomst van minder dan een jaar zijn aangegaan; of
- geen reguliere bedrijfsactiviteiten verrichten,
krijgen de mogelijkheid tot een ‘opt out’ voor de loonbelasting en de werknemersverzekeringen. Verder zullen opdrachtgevers een ‘opdrachtgeversverklaring’ kunnen krijgen voor zelfstandigen die boven het ‘lage’ tarief werken. Als de opdrachtgever deze verklaring naar waarheid invult, zal hij zekerheid vooraf van vrijwaring van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen krijgen. Als de nieuwe wet in werking treedt, zal de Belastingdienst nog een jaar een terughoudend handhavingsbeleid voeren.
Beperking 30%-regeling
Het kabinet wil de looptijd van de 30%-regeling voor werknemers uit het buitenland met ingang van 1 januari 2019 verkorten van acht naar vijf jaar.
Verruiming onbelaste vrijwilligersvergoeding
Als een algemene nut beogende instelling of een sportvereniging een vergoeding betaalt aan vrijwilligers van hooguit € 150 per maand en niet meer dan € 1.500 per kalenderjaar, is deze vergoeding onbelast. Het is de bedoeling dat dit vrijgestelde jaarbedrag per 1 januari 2019 wordt verhoogd naar € 1.700. Beperking heffingskorting buitenlandse belastingplichtigen Als een buitenlandse belastingplichtige:
- inwoner is van een ander EU-land, EER-land, Zwitserland of de BES-eilanden,
- aldaar in de belastingheffing wordt betrokken, en
- een inkomen heeft dat voor minstens 90% in Nederland is onderworpen aan de loon- of inkomstenbelasting,
is hij een zogeheten kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Hij heeft nu nog recht op heffingskortingen. Maar met ingang van 1 januari 2019 hebben kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen alleen nog recht op het belastingdeel van de heffingskortingen waarop niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit hetzelfde land in de inkomstenbelasting recht hebben. Daardoor zullen de kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen via de inkomstenbelasting het belastingdeel van de heffingskortingen geldend moeten maken. Bijvoorbeeld via een voorlopige aanslag.
Vereenvoudiging van de regeling voor de (lease)fiets van de zaak
Als een werkgever zijn werknemer een fiets van de zaak ter beschikking stelt die hij ook in privé mag gebruiken, moet hij de werkelijke waarde van deze verstrekking bepalen. Het voordeel voor de werknemer is namelijk belast. In de praktijk kan men de waarde van het privégebruik van de fiets berekenen op het aantal gefietste privékilometers vermenigvuldigd met de kilometerprijs van de fiets. Deze kilometerprijs is het bedrag van de kosten per kilometer aan afschrijving, onderhoud, reparatie, verzekering en eventueel elektriciteit (bij elektrische fiets). De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij de huidige waarderingsregel wil vervangen door een eenvoudigere regeling, bijvoorbeeld een forfait. De verwachting is dat de staatssecretaris op Prinsjesdag 2018 met een voorstel komt. Maar deze vereenvoudiging zal pas in 2020 in werking treden. Bron: Regeerakkoord 2017